1  |  2  |  3 

De vondsten van een kinderboekvertaler

Rolf Erdorf

Zo’n tien jaar geleden bezocht ik vriend Peter in Caracas, een Duitser die destijds al zo’n 25 jaar in Venezuela woonde. Omdat hij me als een redelijke kok kent, wilde hij een hoop vrienden uitnodigen en moest ik voor hen allen koken. Iets typisch Duits uiteraard. Een avontuur in zo’n ver land. Ik ben dan wel een redelijke kok, maar voor een hoop mensen kook ik toch nooit zonder van tevoren enkele woordenboeken - pardon: kóókboeken - geraadpleegd te hebben.

Die waren er niet, of althans niet in het Duits. Dus ik koos een hoofdgerecht dat ik enigszins uit mijn hoofd kende - een echt hoofd-gerecht dus: Rinderrouladen - dus rollades van rundvlees, binnenkant met wat mosterd bestrijken, reepje varkensspek erop, augurkje als je wilt (hoeft niet, hoor, sommige mensen zijn er zelfs erg tegen), wat gesnipperde uitjes (die in ieder geval), zout en peper uiteraard (die al eerder. Al voor de mosterd natuurlijk). En stoven. Krijg je vanzelf een lekkere jus voor bij de aardappel. Daarbij een komkommersalade, op Noordduitse manier klaargemaakt met veel zoete room, azijn, peper en zout, half theelepeltje suiker, en: verse dille. Dille, ook genaamd Gurkenkraut (‘komkommerkruid’), kennen ze daar in Venezuela niet, dus dát is pas typisch Duits! (en Russisch, maar daar hebben we het even niet over).

Ziet u hem aankomen? Juist: Zo’n rund is groot en uit welk deel precies je nu die rollades snijdt (van de voor- of achterkant, van boven of onderen, binnen of buiten), ik zou het bij God niet weten. De Venezolaanse slager wist het evenmin. Dus hij sneed maar wat raak. De lappen vlees die ik van hem kreeg waren veel te groot, dat werd dus niet alleen sudderen, maar ook sidderen! (Jullie verwachten nu zeker niet dat ik deze woordvondst meteen naar het Duits vertaal!) Vervolgens werd ik door vriend Peter naar een reusachtige markthal gebracht met alle exotische groenten en fruit die je maar kunt bedenken. Papaja’s en mango’s en sinaasappelen en noem maar op, alles geenszins gaaf en effen van kleur (geen enkele sinaasappel oogde oranje), maar alles geurde heerlijk. Veel verse kruiden, vooral koriander, en nergens dille. Vriend Peter had me alleen gelaten om rond te neuzen, en ik zocht dus dit tere groene plantje in deze reusachtige exotische maag van Caracas. Hoe dille in het Spaans heet wist ik niet . Mijn hoop was het ergens te zien en er met de vinger op te kunnen wijzen. Een kwartier later was mijn hoop ten einde en ik zover dat ik het op wilde geven. En nu het wonder: Een Venezolaan komt op me af en vraagt me wat. Ik kijk en hij herhaalt zijn vraag. Volgens mij vraagt hij of ik iets bepaalds zoek of hebben wil. Aneldo of eneldo meende ik te horen. Ik knik vaagjes, niet al te bevestigend want wie weet wat die kerel me straks probeert aan te smeren. Maar hij haalt onder zijn toonbank een grote, doorzichtige plastic zak vandaan, en daarin zit - nee, geen wiet, maar: verse dille!

Kijk, dit is nu zo een vondst, een wonder dat je als vertaler soms meemaakt. Dat ik iets zocht was overduidelijk. Maar hoe wist die man dat het uitgerekend dille was? Ik had tegen niemand iets gezegd en er stond ook niets op mijn voorhoofd geschreven. Toch stond die man ineens voor me en reikte me ongevraagd precies datgene aan, wat ik nodig had. Overbodig om te vertellen dat mijn simpele komkommersalade met dit smaakvolle en voor Venezuela zo exotische kruid een groot succes werd.

Maar één zo’n vondst, al is-ie nog zo wonderbaarlijk, één zo’n vondst maakt nog geen goeie vertaling. De kok was gewillig maar het vlees was - neen, niet zwak maar eerder ijzersterk! En taai, ook uren later nog. Het werd echt niks. Iets ondefinieerbaars, maar geen Rinderrouladen, niet eens een slechte Venezolaanse vertaling ervan: rollos de vaca of zo. Maar het verschrikkelijkst vond ik zelf de aardappelen. Die komen weliswaar oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, maar alle aardappelen daar smaken echt naar minder dan water. Wordt u ooit door laten we zeggen de Nederlandse ambassadeur van Venezuela naar Caracas uitgenodigd, aarzel dan niet om als gastgeschenk een paar pakjes gedroogde aardappelpuree of vergelijkbare producten mee te brengen. Hij en zijn echtgenote zullen er dolgelukkig mee zijn. (Mosterd kan ook, die is in Venezuela ook niet te vreten. Is weliswaar niet zo handig als bagage in de vliegtuig.) Het toetje had me kunnen redden: een crème brûlée, niet erg Duits, maar och zo lekker, room, melk, vanille, eigeel, suiker samen met een snufje zout met een garde opkloppen, moet wel eerst lang in de ijskast en daarna in de oven staan maar kan makkelijk terwijl je met de andere dingen bezig bent. Helemaal aan het einde met oer-Venezolaanse rietsuiker bestrooien en nog even onder de grill (of met een vlammenwerper erover, u kent dat ongetwijfeld). Alleen, de oven van vriend Peter sprak geen Celsius maar Fahrenheit. Hoeveel duizend graden moest mijn crème hebben? Peter wist er niks van. Koken deed hij nooit, daar had hij zijn huishoudster voor, Maria, een juweel, echt waar, maar vanavond had ze vrijaf. De crème werd dus, na eerst te weinig en daarna te veel hitte in de oven gehad te hebben, toch wel wat erg brûlée. Estar negro, heet dat in Venezuela. Dat zeggen ze ook als je te lang in de zon hebt gelegen.

Een aantal nuttige adviezen laten zich uit dit verhaal afleiden:

Het hoofd-gerecht:
je hoofd alleen is echt niet genoeg voor een goede vertaling. Maak altijd vlijtig gebruik van woordenboeken en naslagwerken. Hooguit twintig procent van wat een vertaler in woordenboeken nakijkt zijn dingen die zij of hij ‘niet weet’. Tachtig procent van wat je nakijkt zijn ‘bekende dingen’. Al ‘ken’ je een woord of een uitdrukking: woordenboeken helpen je bij je woordkeuze. Want:
De dille
één mooie vondst maakt nog geen geslaagde vertaling. Het geheel moet deugen: sfeer, kleur, geur, smaak, , timing, smeuïgheid, frisheid - stijl, klank, ritme, toon, consistentie, oorspronkelijkheid.
De mosterd en de aardappel
Hetzelfde is of smaakt hier en daar dikwijls niet hetzelfde. Dus vaak krijg je, door hetzelfde te nemen, helaas een andere, misschien wel slechtere smaak.
De slager en de oven
Vaak moet je van de meest uiteenlopende dingen toch echt meer weten dan je misschien van tevoren dacht. Dus voor een Rinderroulade ook iets van de anatomie van de koe (of de fijne kneepjes van het slagersambacht), en voor een crème brûlée iets over Fahrenheit en Celsius (en misschien vlammenwerpers): Hou je zodoende met alle zaken bezig die noodzakelijk zijn voor je vertaling, en liefst nog wat grondiger dan noodzakelijk! Dus: wees geïnteresseerd en niet lui.
Het wonder en de werkelijkheid
wees eerlijk. Het is makkelijk om alleen het mooie verhaal van de dille te vertellen en het mislukte hoofd- en nagerecht te vergeten. Doe dat niet, maar wantrouw sterke verhalen en anekdotes, van anderen en vooral ook van jezelf.

Okay, dan is het nu tijd voor een paar van mijn sterke verhalen.


Search Website


Essays (English)

Essays (Nederlandstalig)