1  |  2  |  3  |  4  |  5 

Op de Berlagebrug

Over het vertalen van liedteksten

Jan Boerstoel

‘De poëzie blijft, ‘naakt en ongekromd, een tijdverdrijf voor enk’le fijne luiden…’ dichtte Edgar du Perron in de jaren dertig van de vorige eeuw. Wie de gang van zaken bij de verkiezing van de nieuwe Dichter des Vaderlands een beetje volgt krijgt de indruk, dat er sindsdien niet veel veranderd is. Althans niet in Nederland. Toch moet hier uitdrukkelijk een kanttekening bij worden gemaakt. Ik laat even in het midden, dat de geciteerde regels, naar we mogen aannemen, ironisch bedoeld waren. Maar dan nóg geldt, dat het hier ongetwijfeld gaat om ‘leespoëzie’, poëzie die geschreven is om gelézen te worden. In chique tijdschriften of dichtbundels met een beperkte oplage. Al dan niet bij een knapperend openhaardvuur met een goed glas wijn in de comfortabele clubfauteuil van de liefhebber, om maar eens wat cliché’s achter elkaar te zetten. Daarnaast bestaat echter sinds jaar en dag ‘zingpoëzie’, poëzie die op muziek gezet is of dat zou kunnen worden. Die kan weliswaar ook behoorlijk deftig zijn, maar lijkt toch door haar aard op een groter publiek te mikken. Onder andere door wat meer toegankelijkheid na te streven. Over zingpoëzie, zeg maar het lied, en het vertalen daarvan gaat dit betoog.

Natuurlijk verdienen lang niet alle leesgedichten het om per definitie het etiket ‘hermetisch’, in de betekenis zoals Van Dale die geeft: gewild duister, moeilijk of nauwelijks te begrijpen, opgeplakt te krijgen. Ook hoeft ‘gelaagdheid’ niet automatisch afwezig te zijn binnen liedteksten. Maar toch durf ik in zijn algemeenheid te stellen, dat termen als helderheid van gedachtengang en begrijpelijkheid zo ongeveer van levensbelang zijn, juist als het gaat om zinggedichten. In een leesgedicht kun je nog eens op je gemak overlezen wat je de eerste keer niet helemaal begrepen hebt. Maar, kort door de bocht, een lied komt maar één keer langs. Al luisterend moet je het, in elk geval in belangrijke mate, meteen kunnen volgen en begrijpen. Een liedtekstschrijver, zeg maar een tekstdichter, zal daar dus als vanzelfsprekend rekening mee houden. Toch kunnen wij constateren, dat ook leesgedichten, en dan gaat het meestal om gedichten van het vormvaste type, zich regelmatig uitstekend lenen om op muziek gezet te worden. In het verleden is dat trouwens ook al heel vaak gebeurd. En nog steeds loopt af en toe een leesgedicht tegen zo’n nieuwe muze op.


Search Website


Essays (English)

Essays (Nederlandstalig)