1  |  2  |  3  |  4  |  5  |  6  |  7  |  8  |  9  |  10 

Serendipity

Of de betrekkelijkheid van vondsten

Barber van de Pol

Of ik als vertaler vaak vondsten deed, vroeg iemand. Kon ik er niet een paar noemen? Drééf een vertaling niet op goede vondsten?
Ik heb nu veertig romans, toneelstukken of dichtbundels vertaald, waaronder lange drama’s in verzen, een paar gigantische, groteske, klassieke boeken en nogal wat vormvaste poëzie, en toch heb ik nooit het idee gehad dat ik een vondst deed. De verzen van Kleist en Schiller zijn met behoud van de illusie dat het gaat om hún werk in hún versmaat vernederlandst; Borges’sonnetten zijn, geloof ik, Borges-achtige sonnetten gebleven; en don Quichot of kapitein Achab zijn in mijn taal herboren zonder dat men hen als gekker of juist gewoner ervoer. Toch, nog eens, is het al die keren nooit in me opgekomen om te denken dat hier en daar misschien een belangwekkende vondst was gedaan.

Vertaalvondsten onderscheiden zich voor mij niet als iets opmerkelijks. Je doet ze aan de lopende band, het zal wel moeten. Je vindt almaar oplossingen, met minder of meer moeite, maar de keus tussen je' ofmen’ op een bepaalde plek is net zo bepalend als wat een ander kennelijk ervaart als een vondst, als iets waarvan je zegt: `tjonge’. Een vertaler beslist steeds weer (intuïtief of juist heel bewust, worstelend) hoe zijn taal zich verhoudt tot de oorspronkelijke tekst. Het vermoeden het punt te hebben bereikt, dat er iets eigens in het Nederlands aan het ontstaan is, terwijl dat toch optimaal trouw is aan de oorspronkelijke tekst, - dat vermoeden bezorgt mij heus euforische gevoelens. Daar ontbreekt het me helemaal niet aan als ik vertaal. Maar wat je ‘vondst’ noemt? Eerlijk gezegd vind ik ‘vondst’ een vervelend begrip. Het is de positieve pendant van de ‘fout’, waar de doorsnee criticus zo graag glunderend mee aan komt zetten in plaats van met een intelligente analyse van een vertaling. De vertaler is een letterknecht, een noodzakelijk kwaad; híj, de snobistische criticus, etaleert dat hij liever een direct lijntje met het origineel heeft, waarbij de vertaling alleen maar stoort.
Vaak gaat het niet eens om een fout, maar is het gewoon de beste oplossing die er was. Misschien wel een vondst. Ik zal hiervan straks een recent voorbeeld uit mijn eigen vertaalpraktijk geven, een voorbeeld waarin de vermeende fout dus een vondst blijkt te zijn. (Nu ja, dat woord zou ik dus zelf niet gebruiken. Ik zou zeggen: beste oplossing.) Genoeg inleiding. Ik zal tien tien persoonlijke gevallen opvoeren die sommigen misschien een ‘vondst’ zouden noemen. Bereid je voor op weinig spectaculairs. Het gaat zelden om een kwestie van leven of dood.


Search Website


Essays (English)

Essays (Nederlandstalig)