Tot het midden van de vorige eeuw werden Fries en Nederlands in Fryslân niet in dezelfde domeinen van het maatschappelijk leven gebruikt. Het platteland was bovendien bijna volledig friestalig. Door allerlei oorzaken is de scheiding tussen Fries en Nederlands verwaterd: het Fries functioneert steeds meer waar eerst alleen Nederlands werd gebruikt, en op het platteland klinkt vaker Nederlands. Daardoor zijn de inwoners van Fryslân meer tweetalig dan voorheen het geval was. Dit komt onder andere tot uiting in een toename van friestalige schrijvers die ook in het Nederlands publiceren. Het poëzieminnend publiek buiten Fryslân heeft bovendien het laatste decennium steeds meer kennis kunnen nemen van de Friese poëzie, dankzij optredens van Friese dichters en de publicatie van tweetalige dichtbundels en bloemlezingen.
Tweetaligheid komt in het feestelijke programma van de Vierde Dag van de Friese Literatuur uitgebreid aan de orde. Friese dichters lezen voor uit zowel hun Friese als Nederlandstalige werk en praten over de voor- en nadelen van tweetaligheid.