Het PEN World Voices festival
Door Mireille Berman
In de Verenigde Staten bestaat slechts drie procent van de boekpublicaties uit vertaalde literatuur. Dat betekent dat van Tibet tot Denemarken uitgevers en agenten vechten om een plekje tussen de driehonderdvijftig vertaalde titels die jaarlijks op de Amerikaanse markt verschijnen. Het is dringen geblazen, want de Verenigde Staten zijn in veel opzichten de poort naar de rest van de wereld. If you can make it there…
Veel Amerikaanse professionals binnen het literaire circuit weten maar al te goed dat het aantal vertaalde titels op de Amerikaanse markt gering is. Er wordt hevig gediscussieerd over de vraag wiens fout het is: zijn de uitgevers nalatig of zijn de lezers dom? Ook tijdens het Pen World Voices festival, dat eind mei in New York plaatsvond, werd keer op keer opgemerkt dat er in de VS beschamend weinig aandacht is voor vertaalde literatuur. De ‘slechts drie procent’-opmerking gonsde in de wandelgangen. Dit stond in sterk contrast met de realiteit van het festival zelf, waar honderdvijftig auteurs uit veertig landen deelnamen aan rond de vijftig lezingen en discussies over literatuur. Ook de centrale lokaties, de volle zalen, de geïnteresseerde moderatoren en het enthousiaste publiek wekten de indruk dat het reuze meevalt met die befaamde Amerikaanse desinteresse.
Misschien dat de tegenstroom aan activiteiten, hoe marginaal die ook blijft, inmiddels toch iets in gang heeft gezet en duidelijk heeft gemaakt dat buiten de VS ook interessante literaire werelden te ontdekken zijn. Onder repressie ontstaan vaak mooie initiatieven: het eerste PEN World Voices festival werd in reactie op het unilaterale buitenlandse beleid van de president George W. Bush georganiseerd. En ook een website als ‘Words without Borders’, inmiddels een gevestigd platform voor buitenlandse literatuur, keerde zich in eerste instantie tegen de in zichzelf gekeerde mentaliteit van het Bush-tijdperk. Inmiddels kun je van de literatuur in de Verenigde Staten niet langer beweren dat het zich van de buitenwereld afwendt.
Daarbij komt dat de hedendaagse Amerikaanse literatuur een migrantenliteratuur bij uitstek is. De wortels van Amerikaanse auteurs op het PEN-festival liggen in India (Salman Rushdie), Bosnië (Alexander Hemon), China (Yiyun Li) of Ghana (Kwame Anthony Appiah). En in de ‘20 under 40’-lijst van het weekblad The New Yorker, met de twintig veelbelovendste jonge schrijvers, wordt dit beeld bevestigd; negen van de twintig zijn niet in Amerika geboren. Juist zij fungeren overigens vaak informeel als literair agent, doordat ze over de literatuur in hun land van herkomst schrijven. Wel doen zij dat steevast in de taal van hun nieuwe vaderland. Het lijkt er dan ook op dat de aarzeling van Amerikanen tegenover buitenlandse literaturen niet zozeer over vreemde werelden gaat als wel over onbekende talen. Het PEN-festival lost deze aarzeling op door buitenlandse schrijvers te plaatsen tussen Amerikaanse publiekstrekkers. Er wordt scherp in de gaten gehouden dat er nooit meer dan een of twee ‘moeilijke’ buitenlandse auteurs in een panel worden geplaatst en de tolken die worden ingezet zijn zonder uitzondering uitstekend.
Er waren dit jaar maar liefst vijf Nederlandse auteurs op het PEN World Voices festival te gast. Twee van hen wonen al jaren in New York en waren ook al eerder van de partij op het festival: Ian Buruma, de bekende globetrottende academicus, woonachtig in Harlem, en Arnon Grunberg, die ook al ruim tien jaar in New York woont en die dit jaar behalve als auteur ook optrad als moderator. Alle Nederlandse auteurs hadden twee of drie optredens op het festival. Marcel Möring vertelde, onder de bloeiende bomen in de tuin van het Deutsches Haus, over In a Dark Wood, de vertaling van Dis, dat in 2009 bij Harper Collins. Joris Luijendijk discussieerde over de toekomst van de journalistiek naar aanleiding van Hello Everybody!, de vertaling van Het zijn net mensen, dat verscheen bij Soft Skull.
Tommy Wieringa las een hilarisch stukje uit Joe Speedboat in een volgepakt café downtown. Bijzonder aan deze editie van het PEN-festival was dat je alle optredens via live streaming kon volgen en terugzoeken en dat voorzien was in landelijke toernees voor enkele auteurs. Zo had Tommy Wieringa er al een book tour opzitten met optredens in onder meer Buffalo en San Francisco, voordat hij zich bij het festival aansloot.
Het PEN-festival weerspiegelt de wat opener houding naar de rest van de wereld die nu in de Verenigde Staten aan het ontstaan is. Het is een ironisch dat juist die groeiende openheid het festival ook parten speelt. Nu het festival niet langer als breekijzer van de Amerikaanse eenkennigheid hoeft te fungeren is het binnenhalen van subsidiegelden een stuk moeilijker geworden. Het is nog steeds het meest toonaangevende internationale literaire festival, waar auteurs van alle nationaliteiten voor hopen te worden uitgenodigd. Maar dat zal er de komende tijd waarschijnlijker niet makkelijker op worden.
Gepubliceerd: 14 juni 2010 [ columns ]